Ter gelegenheid van zijn 100e geboortedag serveren we een portret van lieddichter/diskjockey/revueartiest Stan Haag, uit wiens pen meer dan 1700 liedjes vloeiden.
Exact 100 jaar geleden kwam Jacob Pieter Constantijn Haag in Amsterdam ter wereld. Als tiener voltooide hij een studie aan het Goois Muzieklyceum in Hilversum, om daarna uit te groeien tot een in de regio bekend chansonnier/conférencier.
Vlak voor de oorlog registreerde hij zijn eerste liedteksten bij het Bureau voor Muziekauteursrecht (BUMA). De eerste getoonzette tekst die werd uitgegeven lijkt Parklane Serenade (1946) te zijn, de herkenningsmelodie van het Metropole Orkest, op muziek van dirigent Dolf van der Linden. Dit is echter zelden in de vocale versie te horen. Een jaar later verscheen onder meer Wilde rozen, dat in 1952 werd heruitgegeven en door Max van Praag op de plaat gezet.
Ook in 1952 werd Haag lid van de Vocal Four, een vocaal kwartet - met o.m. Jenny Roda - dat ging optreden met het nieuwgevormde AVRO-ensemble, de Top Line Specials. In de hoop het succes van zanger Guy Mitchell en diens arrangeur Mitch Miller te kopiëren engageerde orkestleider/arrangeur Jo Bonte vier hoornisten uit het Radio Philharmonisch Orkest (toen nog met 'ph' geschreven), die gezelschap kregen van een basklarinettist, een vibrafonist en een ritmesectie (gitaar, bas, drums).
Het fraaie omslagontwerp is van Piet Gertenaar.
Vijf jaar later beleefde Stan Haag het grootste succes uit zijn tekstdichterscarrière met Ik sta op wacht (1957). Dit samen met het onafscheidelijke duo Jacques Schutte & André de Raaff geschreven lied bleek in de vertolking van Joop de Knegt een echte hit. De versie van de in Vlaanderen immens populaire Bobbejaan (Schoepen) deed daar nog een schep bovenop.
Het jaar erop kreeg Co de Kloet het idee om de Friese voetballegende Abe Lenstra in zijn nadagen twee liedjes - Bij ons in Holland en Geen woorden, maar daden - te laten opnemen, voetballiefhebber Haag schreef er enthousiast aan mee. Ook in 1958 schreef Haag samen met Cor Baan Kerstmis in Holland, dat vertolkingen kreeg door de Selvera's en van Nelly Wijsbek.
Radio
In 1956 vond Stan Haag emplooi bij de AVRO-radio om een jaar later over te stappen naar de VARA als samensteller van het 'Muzikaal kolder journaal', dat de Wama's presenteerden. In 1960 gaf Haag zijn radiocarrière een boost door dienstverband te tekenen bij Radio Luxembourg, waar hij een klein decennium lang de Nederlandstalige programma's 'Muziek met een praatje', 'Leve de zondag' en 'Muziek voor Eva' presenteerde. In 1968 maakte hij de switch naar de toenmalige piratenzender Radio Veronica. Daar startte hij het verzoekplatenprogramma 'Jukebox' dat hij tot aan het eind van zijn carrière - bij Mi Amigo, Radio Noordzee Hasselt en andere lokale Vlaamse stations - als diskjockey bleef presenteren.
Stan Haag overleed op 1 december 2001 in het Belgische Hasselt.
Aflevering 136 van Aether besteedt ook aandacht aan Stan Haag in de vorm van enkele bladmuziekuitgaven.