Op 13 september is in Eindhoven Cor Baan overleden, 101 jaar oud. Gitarist Baan was het laatste nog levende lid van de debuutsamenstelling van het Metropole Orkest in 1945.
Cor Baan werd geboren op 20 december 1916 in Amsterdam. Hoewel hij privélessen gitaar en contrabas volgde, zag hij zichzelf als autodidact. Al jong was de zelfverklaarde ‘Amerikanofiel’ gefascineerd door de nieuwe muziek van overzee, de jazz – en de feeling die je daarbij nodig had, leerde je niet van een docent. In plaats daarvan spitte hij theorieboeken uit Amerika door en beluisterde hij eindeloos buitenlandse jazzplaten.
Rond zijn twintigste belandt Cor op het podium. "Mijn eerste optreden was in Dancing Winkels, aan de Kalverstraat. Ik werd de opvolger van Eddy Christiani. Eddy’s vrouw was jaloers dat hij zo’n succes had. Daarom verkocht ze hem tijdens een optreden een klap voor zijn kop. Kortom, Eddy vertrok en dat was voor mij de binnenkomer."
In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog speelt Baan als gitarist in het dancingcircuit in Amsterdam en Noord-Holland bij verschillende ensembles, zoals het Kings of Swing-kwintet van de joodse pianist Ab Davidson en het dansorkest van Nico de Vries. Zijn eerste radio-optredens verzorgt hij voor de VARA als gitarist bij het ensemble van Jan Vogel en, iets later, bij de Swing Specials van John de Mol (Sr.).
Bij het uitbreken van de oorlog is het gedaan met swingen. De Duitse bezetter verbiedt alle vormen van Engelse en Amerikaanse dansmuziek. Met veel moeite weet Cor Baan zijn inkomen bij elkaar te sprokkelen als gitarist bij omroeporkesten van de ‘foute’ – want NSB’ers – dirigenten Otto Hendriks en Elzard Kuhlman. “Trots ben ik er niet op”, aldus Baan, “want je kreeg de meest verschrikkelijke dingen te spelen, maar je moest toch leven. Het was een vreemde tijd. Geloof me, de meeste musici in die orkesten waren zo anti-Duits als wat. In het orkest van Hendriks zaten twee NSB-leden. Eén daarvan was een violistje; die droeg een NSB-speldje, maar onder zijn revers. Op een gegeven moment ontdekten wij dat en trokken we het revers weg. Dat soort musici werden getreiterd en met de nek aangekeken. Na de bevrijding zijn ze vanzelfsprekend nooit meer aan de bak gekomen.”
Dat geldt wél voor Cor Baan, die direct na de oorlog door Dolf van der Linden gevraagd wordt als gitarist in zijn dansorkest in de Parklane Club in Hilversum – en voor het nieuwe grote omroeporkest, het Metropole Orkest, dat in de zomer van 1945 begint te repeteren. Bescheiden verklaarde Baan over zijn uitverkiezing voor het Metropole Orkest:
“Er waren in Hilversum behalve ikzelf maar twee goede gitaristen: Tony van Hulst en Frits Hes. Tony ging als bassist naar het Radio Philharmonisch en Frits Hes, tja – dat was een NSB’er. Dus erg verbazend is het niet dat Dolf bij mij uitkwam. Net als alle anderen was ik er trots op dat Dolf voor het orkest stond. Al die Duitse melodietjes waren we grondig beu. Ineens mochten we de dingen spelen waarnaar we al die jaren clandestien hadden geluisterd via de Britse zenders. Veel andere orkestleden waren ook voor de oorlog al ‘swingers’. Eindelijk konden we weer de muziek van ons hart spelen. Vanaf het begin lag het spelniveau hoog, veel hoger dan bij het orkest van Elzard Kuhlman. Dat maakte het plezier er alleen maar groter op.”
Cor blijft niet langer dan een paar maanden bij het orkest. Begin ’46 wordt hij samen met een andere Metropolist, trompettist Wim Olij, door Carlo Carcassola gevraagd om met hem op tournee te gaan naar Egypte en Canada. Violist Carcassola spiegelt hen voor dat na Canada de reis naar de Verenigde Staten zou gaan. Daarom zegt Cor ‘ja’: “… maar het is de grootste fout die ik in mijn leven heb gemaakt! Carlo bleek belastingschulden te hebben. Daarom kreeg hij geen toestemming het land te verlaten. Het was zo’n teleurstelling. Ik had mijn visum al geregeld, maar het feest ging niet door.”
Intussen was Cors plekje in het Metropole Orkest vergeven aan Tony van Hulst. Een weg terug was er dus niet, maar Cor blijft nog jaren actief in het Hilversumse studiowereldje. Als remplaçant speelt hij voor diverse omroepensembles, waaronder het KRO-dansorkest van Klaas van Beeck, de Ramblers en de Skymasters. Ook bij het Metropole Orkest valt Baan regelmatig in. Bovendien werkt hij af en toe als kopiist voor het orkest van Dolf van der Linden.
Daarnaast schrijft Baan liedjes en arrangementen voor onder meer Conny Stuart, Greetje Kauffeld en Manke Nelis. Zijn liedje Kerstmis in Holland wordt door André Hazes op plaat uitgebracht. Als sessiemusicus is Cor decennialang veel gevraagd in de platenstudio’s in ‘t Gooi. Hij speelt mee bij opnames van vrijwel alle bekende Nederlandse amusements- en popartiesten, van Corry Brokken tot Boudewijn de Groot.
Ook na de afsluiting van zijn professionele loopbaan blijft de muziek trekken. Als groot liefhebber van Frank Sinatra richt Cor met een aantal anderen in 1984 de ISSH op, de International Sinatra Society Holland, die tot de dag van vandaag bestaat.
Bas Tukker
Dit artikel is - met toestemming van de auteur - overgenomen van de website van het Metropole Orkest.