• Co Snel

Ter gelegenheid van zijn 10e sterfdag publiceren we een portret van Ger van Leeuwen (26 september 1919 - 27 februari 2008), een omroepmusicus pur sang.

Bij Ger van Leeuwen, geboren op 26 september 1919 in Amsterdam, ging het even anders dan bij de meeste musici. Zijn ouders hadden kennelijk gemerkt dat Ger een muzikaal gevoel had en bedachten dat hij pianolessen moest gaan nemen. De 7-jarige had er eigenlijk geen zin in, maar hield het toch vijf jaar vol. Hij hanteerde echter liever de hockeystick.

Ger van Leeuwen - portret

Voorzichtige eerste muzikale stappen

Maar……onderhuids bleef een muzikaal gevoel kriebelen. Met een paar vriendjes, onder wie Jan-Jaap Clinge Doorenbos, de zoon van de bekende liedjesschrijver/zanger en Rob Field vormde de jonge Van Leeuwen zijn eerste ‘dansorkestje’. Naast piano speelde hij ook saxofoon en als 16-jarige werd hij tweede saxofonist bij The Blue Ramblers, een amateurorkest van de later zo beroemd geworden trombonist/arrangeur/orkestleider Pi Scheffer. Van Leeuwen maakte twee jaar lang deel uit van het gezelschap en kreeg intussen toch weer pianoles, nu van Han Beuker. Op 18-jarige leeftijd deed hij gymnasium-eindexamen en ging economie studeren aan de Amsterdamse Universiteit. Hier en daar speelde hij nog wel saxofoon, maar in de oorlog mocht hij zeker geen jazz en aanverwante muziek spelen van de bezetter onder het motto ‘Swingtanzen verboten’. Maar in 1943 kwam Van Leeuwen Pi Scheffer weer tegen, die trombone speelde in de band van pianist Dick Willebrandts. Het gezelschap swingde tegen alle verboden in. Willebrandts werd echter in juni 1943 dienstverpflichtet om Westerse muziek te spelen, via D.E.S. (Deutsche Europa Sender) met de bedoeling Europese luisteraars weg te kapen bij zenders die soortgelijke muziek uitzonden (zoals de BBC). De verboden swing mocht nu ineens wel. Van Leeuwen leverde arrangementen.

De KRO-periode

Na de bevrijding ging Van Leeuwen werken in België en Frankrijk voor Britse militairen in het kader van de ENSA (Entertainment National Service Association). In 1945 trouwde hij met Henny van Galen. Het echtpaar is 63 jaar bij elkaar gebleven. In oktober van dat laatste oorlogsjaar voegde Van Leeuwen zich als tenorsaxofonist bij het orkest van Lex van Spall. In februari 1947 viel dat orkest uiteen en Van Leeuwen was werkloos. Een telefoontje van Klaas van Beeck hielp hem weer aan de slag; of hij als pianist wilde werken bij diens KRO-Dansorkest.
Van het een kwam het ander. Tot 1951 verving Van Leeuwen bij gelegenheid ook Theo Uden Masman als pianist bij de Ramblers. Hij speelde ook bij de orkesten van Jaap Meijer, Jan Vogel en Jan Corduwener en bij saxofonist Ben Libosans Ballroom Melodians. Op hun repertoire onder meer Van Leeuwens arrangement van Chi ba-ba, chi ba-ba.
Met Libosan sloot Van Leeuwen zich in 1948 aan bij María Zamora en haar Zuid Amerikaans Orkest (ook wel Amigos genoemd) en vanaf 1951 María Zamora y sus Muchachos. Ook in 1948 werd hij lid van het Henk Orthman Sextet. Orthman was destijds bassist bij het KRO-Dansorkest en zou nog vele jaren zijn baspartijen invullen bij tal van KRO-orkesten en ensembles. Begin 1949 had Van Leeuwen en eigen orkest met vijf saxen, een trompet en een ritmegroep. Dat orkest was nogal eens te horen in programma’s voor de strijdkrachten. Van Leeuwen werd ook arrangeur van KRO’s Hitparade, een poging om op zondagavond een hitlijst uit te zenden met solisten als Janie Bron, Yvonne Yvette (Yvonne Oostveen) en Willy Aerts bij het orkest van Klaas van Beeck. Die Hitparade was geen lang leven beschoren, want diverse luisteraars waardeerden niet dat er wekelijks vaak dezelfde nummers werden uitgevoerd (omdat dit nu eenmaal gebruikelijk is bij stijgers in een hitlijst).

Trio, kwartet, kwintet en big band

Van Leeuwen schreef arrangementen voor AVRO’s Bonte Dinsdagavondtrein. Zijn instrumentatie van Pi Scheffers Hasta mañana is onder meer gespeeld door het orkest van Maria Zamora en het KRO-Dansorkest van Klaas van Beeck. Van Leeuwen produceerde meer werken in Zuid-Amerikaanse sfeer, zoals Marena en Samba Penita.
Eind 1951 zong Jetty Paerl (Jetje van Radio Oranje in WO II) in het BBC-programma Top Hat Rendez-vous een liedje van Van Leeuwen en Stan Haag, getiteld Ja….als (voor de gelegenheid van een Engelse tekst voorzien door Harry Noble en gearrangeerd door Jos Cleber). Een jaar later werd dat duo onderscheiden (aanmoedigingsprijs) door de Stichting Onze Lichte Muziek voor het liedje Regenweer.
Ger van Leeuwen nam de plaats in van pianist Eddy de Jong toen die vertrok bij het XYZ-trio van gitarist Jan Mol. Door toevoeging van saxofonist Kees Bruyn werd het trio al snel een kwartet, waarbij soms vocaliste Riedel van Kleef zong. Op 16 december 1952 werden in Bussum haar vertolkingen van ‘Deed I do en My blue heaven vastgelegd, samen met twee instrumentalen: Another jump, een compositie van Ger van Leeuwen en You’re driving me crazy van Walter Donaldson.
Op 6 juni van dat jaar werden plaatopnamen gemaakt van o.a. twee composities van Jan Mol: Estafette en Crossfire.  De dag daarvoor had een 17-mans Big Band opnamen gemaakt onder leiding van Van Leeuwen. Daarbij enkele composities van zijn hand, zoals Jumping high, Buss’em en Jerry’s boogie. Op 13 april 1953 werden er weer opnames gemaakt van de Big Band, waarbij twee eigen composities van de leider: Ghost boogie en Look out!
Voor radio- en plaatopnamen vormde Van Leeuwen een trio met bassist Ger Daalhuizen en drummer Cor van den Berg. Tot het repertoire behoorden Oh, lady be good en Tea for two maar ook medleys als Make believe en I love Paris. In 1954 verschenen ook opnames van het Kwartet, waarbij zijn eigen compositie Intersection en de song Anytime, gebracht door Riedel van Kleef.

Ger van Leeuwen - kwartet

Ger van Leeuwen Kwartet: Piet Noordijk (saxen), Ger Daalhuizen (bas), Cor van den Berg (drums)

Hoewel Truus Koopmans normaliter zong bij de AVRO bij De Windmolens o.l.v. Johnny Holshuysen zong, verzorgde Van Leeuwen een orkestbegeleiding bij Eén recht en een averecht in 1955. Een jaar later zong Janie Bron bij het orkest Ger van Leeuwen het lied Amsterdam (your charming place) met op de B-kant het instrumentale nummer Wooden shoes in Tulipland, beide composities van Louis Noiret. Op 22 februari 1956 werden in dat charming Amsterdam opnames gemaakt met de Australische zangeres Shirley Ryan, waarbij o.a. My funny Valentine en Jeepers Creepers. Er was in 1956 ook nog een Kwintet in de VARA-radioprogrammering met onder meer trompettist Jerry van Rooyen en zangeres Babes Pronk.

 Jerry van Lee en Van Lion

Van Leeuwen was voornamelijk bij de VARA te horen. Hij was ook lid van de formatie Zeven man en een meisje o.l.v. Cor Steyn, waarbij eerst Sonja Oosterman het meisje was, later Corry Brokken. Door zijn aandeel bij het orkest van María Zamora kon hij ook uit de voeten bij een orkest dat zanger Thom Kelling in zijn Zuid-Amerikaanse repertoire begeleidde.
Vanaf 1956 zong Kelling bij Tempo Latino o.l.v. Ger van Leeuwen. Op plaat verschenen onder meer No can do, Amsterdam calypso, Take her to Jamaica en Bananaboat song. In 1957 en de jaren daarna hoorden luisteraars een half uur Sfeer en ritme. Daarin speelden Van Leeuwens Victorians, een 9-mans orkest. Op het repertoire stonden onder meer composities van collega’s, zoals Jos Cleber (The golden circle song) en Jo Bonte (A.B.C. mambo).
Op de internationale markt werden platen uitgebracht onder de naam Jerry van Lee and his Victorians en Van Lion and his Big Band. 

Ger van Leeuwen - Telegraafartikel

Artikel in De Telegraaf (15-12-1959) Bron: Delpher

Gouden plaatwerk

Voor de Nationale Finale van het Eurovisiesongfestival 1960, componeerde Van Leeuwen het liedje Ik leef, vertolkt door zowel Wim van der Beek als Janie Bron. Daarnaast leverde hij arrangementen voor de shows van Rudi Carrell en Bruce Low. 
In de jaren ’60 zette de neergang van de omroepdansorkesten in. Omroepmusici moesten naast hun radiotaken ander werk aannemen om brood op de plank te krijgen. Jack Bulterman, Bert Paige, Kees Bruyn en ook Ger van Leeuwen werden arrangeur in de platenstudio’s. Van Leeuwen kreeg vanaf 1960 vooral zangeres Anneke Grönloh toegewezen. Charmant waren zijn bewerkingen van krontjongwijsjes voor haar. Daarnaast componeerde hij De laatste roos en De zigeunerkoning, beide met een tekst van Lodewijk Post (Gerrit den Braber). Tot 1969 heeft hij Grönloh met zijn ensembles begeleid, dus ook bij haar gouden hits Brandend zand, Paradiso, Soerabaja en Cimeroni.
Behalve Anneke Grönloh verzorgde Ger van Leeuwen als leider ook de ensemblebegeleiding bij de plaatopnamen van Mieke Telkamp (LP Liedjes van hoop en vertrouwen, 1960), van Corry Brokken met het zangtrio The Spotlights (reclameplaatje Een Smit in zijn Smit’se, 1960), Shirley Zwerus (op Spaar me, een reclameplaatje van De Zilvervloot, 1961), Sandra Reemer (vanaf 1964) en Elly Nieman (gelijknamige LP, 1966). In 1961 verscheen bovendien het door hem geschreven Carnaval merengue op een single van María Zamora y sus Muchachos.
Andere artiesten die Ger van Leeuwen op hun singles begeleidde: Herman Emmink, Tom Manders (Dorus), Rob de Nijs, Jacco van Renesse, René Frank, Peter de Jonge, Serge Singer, The Pearl Sisters, Sandra en Andrès en zelfs Trudy en Ruud (later bekend als Saskia & Serge).
Toen Jos Cleber naar Zuid-Afrika vertrok om in Johannesburg een orkest op te richten, wat overigens niet lukte, leidde Van Leeuwen tussen 1962 en 1964 AVRO’s Amusementsorkest De Zaaiers en het Cosmopolitain Orkest.
Naar het voorbeeld van Herb Alpert’s Tijuana Brass richtte hij Van Lion’s Brass op, dat een single uitbracht met de Tijuana Brass-klassieker Whipped cream

Arrangementen en bijzondere producties

Tussen 1962 en 1972 was Van Leeuwen betrokken bij een aantal films. Zo componeerde hij de muziek voor de speelfilm Rififi in Amsterdam (1962) en de reclamefilms Getting warmer (ESSO, 1963), Delfts blauw (Nederlands Zuivel Bureau, 1966) en Levend vuur (1967). In de film Fietsen naar de maan (1962) stonden het uitvoerende koor en orkest onder leiding van Van Leeuwen. Samen met Joop Reynolds schreef hij de muziek bij de succesvolle televisieserie Pipo de clown.
In zijn carrière arrangeerde en componeerde Ger van Leeuwen meer dan 3000 stukken, behalve voor de ensembles die hij zelf leidde deed hij dat voor de orkesten van Gerard van Krevelen, Klaas van Beeck, Charly Nederpelt, Jan Corduwener en Piet Zonneveld, Ferry Wienneke en Gerard van Krevelen.
In 1978 overleed zoon Ger Jr., slechts 16 jaar oud. Om hem van het grote verdriet af te leiden, vroeg vibrafonist Rob Meyn, ooit leider van het Rainbow Quartet, om bij het Rainbow Quintet te komen spelen. In 1980 werden opnamen van o.a. Billie’s bounce en One note samba gemaakt.
Van Leeuwens laatste arrangeerklus was voor oppervoorzanger Hans Bloemendal en de Amsterdam Synagoge. Voor hen bewerkte hij in 1997 het repertoire op de CD Jewish Sacred Songs, een schijf die in 2005 nog eens werd uitgebracht voor de Australische markt.
In zijn vrije tijd mocht Van Leeuwen graag knutselen. Hij zette hele treintafels in elkaar.
Op 27 februari 2008 overleed de zeer productieve, vriendelijke, goedlachse Ger van Leeuwen op 88-jarige leeftijd.

Bronnen:
Anton Kop Jr. in Tuney Tunes 1949, de website van Ger van Leeuwens dochter, OmroepmuziekWiki, Discogs, NL Discografie, platenhoezen en eigen geheugen.

Composities van Ger van Leeuwen op muziekschatten.nl

Reacties op dit bericht

Dutch Vintage Animation

Bevlogen filmcomponist

Ger van Leeuwen heeft allicht voor veel meer (Nederlandse) filmproducties de muziek verzorgd dan in dit artikel beschreven. Hij heeft voor Joop Geesink's Dollywood meerdere soundscores gecomponeerd. Helaas is het noodlot van de medewerker aan commerciële producties (uit die tijd) dat deze vaak in anonimiteit werkten.

De film Philips On Parade (1964) was destijds een groot succes. Ger van Leeuwen wordt hier op de titel genoemd. Zijn muziek is vrolijk en filmisch. Hij kon op muzikale wijze de visuele grappen van een accent voorzien. Verder is een korte animatiefilm als deze een productie die in zeer korte tijd door uiteenlopende settings 'zapt', wat voor de componist een uitdaging was om muzikaal geloofwaardig te blijven, maar toch snel te kunnen schakelen van de ene uithoek van de wereld naar de andere.

Deze creativiteit zie en hoor je terug in een andere productie, deze staat in het artikel hierboven wel genoemd: Delfts Blauw (1966). Ook hier een snelle schakeling tussen losse film 'clips', die muzikaal aan elkaar worden verbonden.

De studio van Joop Geesink produceerde in de periode in de jaren '50 en '60 soms wel meer dan 150 producties in een jaar. Bijna overal moest muziek bij worden gecomponeerd. De studio deed vaak een beroep op een vaste groep externe medewerkers, componisten, die bewezen hadden in korte tijd een degelijk stuk werk te kunnen leveren. Uiteraard zal ook de beschikbaarheid en de prijs een rol gespeeld hebben. Veel producties hadden een aanzienlijk kortere speellengte. De gemiddelde 'commercial' was 1 tot 2 minuten en had nooit een begin- of eindtitel met medewerkers. Archieven zijn verloren gegaan. Een kenner zal mogelijk zijn stijl er uit kunnen pikken? 

Voeg uw reactie toe